DIE VRESELIJKE DAG

20 mei 2014 - Choluteca, Honduras

'Ik ga op reis en ik neem mee: een Carnet de voyage geschonken door Marlies Dupont, een pakje boterkoekjes gebakken door Lieve De Baes, dikke wollen wanten van mijn vader, mijn Belgische biergewoonten die ik aan Dieter Loots kan danken, een MP4-speler met dancehalltunes van mijn danchalldansers, mijn oriëntatievermogen en rijkunsten aangeleerd door Bruno, Wards goede contacten, mijn moeders kookkunsten, ongezoete/-zoute studentenhaver van Hanna, Lieve Bredas visie op onderwijs, Gerts tekenlessen, Kerewins observerend vermogen, Mimo Paules reizen zonder John en slaapzak, de tandenborstel van Maarten De Landsheer, mijn partyattitude met Heidi in het achterhoofd, een flacon whiskey van Natacha, Jef en Jachna, Thinkjes zotheid, Joachims vlugge aanpassingsvermogen, mijn vogelspottend oog van bij de JNM, Sybilles reisaphotheekje, koplampje van Jonas, helaas niet Lissas diplomatisch aanpak met zatte mensen, Mariekes feestneus, Elena met haar no-nonsense-houding, Tannes zonnebloempitjes, Pepijns redevoering over zijn geloof, mijn fooien vanuit het Hof Van Herzele en Winnie's kleurrijke smaak voor kleren.

 

 

Tegucigalpa Nog nieuwsgierige buren en kippen Slingers!

Ik heb opnieuw diarree, mijn maandstonden lopen op z'n eind en mijn sinussen zitten vol zeewater en snot. Ik ben niet op mijn best en moet morgen mijn Plan kindje bezoeken. Na veel heen en weer gemail, organiseren en vijf dagen uitstel breekt de dag aan dat ik haar eindelijk ga ontmoeten. Ik ben een beetje zenuwachtig, want ik wil een goede indruk maken maar weet niet echt hoe. Ik mag van Plan België geen cadeautjes meebrengen maar vind het toch raar om met lege handen toe te komen dus koop toch nog vlug een klein schattig groen Nicaraguaans jurkje.

 

Iemand, die ik niet ken maar mij wel de hele avond kwam knuffelen en mij blijkbaar gaat missen, houdt een afscheidsfeestje in de hostel. Het is (opnieuw) een groot feestgedruis, vol zattigheid, flauwe maar veel te luide beats en als Elena (mijn wekker) mij wakker tikt heb ik maar twee uur geslapen.

Ik rol uit mijn bed en heb het gevoel dat er vocht in allerlei vormen uit allerlei gaten van mijn lichaam komt. Mijn maag keert en ik kan niet benoemen of het van de weinige slaap, de mojito, de diarree of gewoon de walging van mijn eigen slappe lijf is.

Om vijf uur stipt sta ik buiten de taxi op te wachten, die een uur later aankomt waardoor ik een uur de tijd heb om te stressen over plasproblemen op lange busritten.

Mijn zitplaats op de bus is ingenomen, waardoor ik gelukkig een dubbele kan bemachtigen. Na twee uur slapen word ik wakker van de krampen, gelukkig zijn we aan de grens en kan ik mij net op tijd boven een betonnen putje laten hangen en de maaginhoud van een uur geleden doorspoelen met regenwater. Herinneringen komen boven. Zweet drupt in mijn nek, bedelaars trekken aan mijn mouw en de geur van hondenvoer dringt mijn neusgaten binnen. Ik sta wat te duizelen en weet dat ik weer zal moeten slapen zodat ik toch iets waard ben als ik mijn plankindje zie en enthousiast kan doen als ze mij trots hun dorp zullen tonen. Ik vraag de buschauffeur uitdrukkelijk mij wakker te maken als we in Choluteca zijn. Als ik wakker word, herken ik de stad, maar ik was nooit eerder in Choluteca. De honderden huisjes op heuvels, de banktorens die ervan tussen uit stijgen en ik besef dat we in Tegucigalpa zijn. Ik vraag de buschauffeur om hoe laat we in Choluteca zullen aankomen en hij glimlacht dat we gepasseerd zijn. Paniek slaat toe en ik kan een minuut lang alleen maar vloeken en ijsberen, dit is een ramp. Een taxichauffeur stelt voor mij erheen te brengen voor 60 dollar, zo'n twee uur rijden, terwijl de buschauffeur maar staat te grijnzen en gniffelen, de smeerlap. Radeloos, zonder gsm, laat staan telefoonnummer om te bellen naar de organisatie die mij waarschijnlijk al een uur of misschien twee staat op te wachten, ga ik de bus terminal binnen. Ik mag er internet gebruiken, maar ik mag hun telefoon niet gebruiken. Het enige wat ik nu kan doen is wenen, nog meer vocht uit mijn lichaam, terwijl de mensen achter hun bureau neerbuigend nee schudden. Een Hondurese jongen breekt van medelijden en biedt zijn gsm aan, hij smelt de andere koude harten want ik mag wel het telefoonnummer van de vaste lijn doorgeven zodat Plan mij kan terugbellen.

Ondertussen heb ik al wat ongeruste mails gekregen, maar het bezoekteam is onbereikbaar, ze zijn dan maar zonder mij de familie gaan bezoeken.

 

Na twee uur snotteren, bellen, mailen komt iemand van Plan mij met een taxi ophalen en zet mij af bij een duur hotel waar ik op hen zal moeten wachten tot de volgende ochtend. Ze zegt dat ik het mij niet teveel moet aantrekken, maar door haar stem hoor ik ook afkeuring. Zeker als ze lovend over de familie begint die zo goed als een feestje voor mij had georganiseerd, hun enige haan hadden geslacht en toch nog zo goed zijn het morgen nog eens te willen overdoen … alles prikt maar ik ben uitgedroogd en er zijn geen tranen meer over... ik schaam mij dood.

 

Eens geïnstalleerd in de veel te dure dorm besluit ik dan maar geld af te halen in het zo veilige Tegucigalpa om mijn hotel te betalen en misschien nog een sorry-cadeau te kopen. De lucht kleurt donkerblauw en een fluitende dakwerker wijst mij op de eerste regens van het regenseizoen. Ik laat als antwoord passief mijn schouders hangen en geen vijf minuten later begint het te stortregenen, bliksemen en donderen. De bank aanvaardt mijn gewone bankkaart niet en als mijn VISA erin zit, valt de elektriciteit uit. Ik heb op één dag bijna alle ongemakken van Honduras terug ervaren.

Ik kan niets doen, want ik heb geen geld en kan het ook niet afhalen, dus wacht ik in een donker winkelcentrum op licht of droogte. Beneden kramen twee gasten hun kraampje op en mijn oog valt op iets bekends, NUTELLA. Ik ren naar beneden en wil een pannenkoek met nutella kopen, maar helaas ook zij kunnen zonder elektriciteit geen pannenkoeken bakken. De jongen ziet de teleurstelling in mijn ogen en biedt mij een klodder nutella op mijn hand aan... deze geeft energie en niet veel later springt het licht aan. Ik raap mijn moed bij elkaar, haal geld af, koop een sim-kaart, sms de organisatoren mijn excuses, eet iets kleins onderweg en spoei mij voor de donker terug naar mijn eenzaam hotel... waar mijn bed onderregend is en mijn rugzak doorweekt. Het dak was nog niet waterdicht.

 

Na het ineenknutselen van een sorrykaart, nog een bezoek aan het toilet waar de nutella terug mijn lichaam verlaat voel ik mij op alle manieren zo mottig, dat het alleen maar beter kan worden.

 

Voor de zekerheid heb ik een nieuwe wekker aangesproken en om 6u komt de hotelbewaker aan mijn tenen trekken. De maandstonden zijn voorbij, de diarree loopt nu op z'n einde en ik heb veel geslapen. Misschien wordt het echt nog beter.

Denise, de vierentwintigjarige planmedewerkster en tevens begeleidster naar mijn kindje, vindt het misverstand/overslapen hilarisch en dat geeft me een beter gevoel. Toch knaagt schuldgevoel nog steeds, maar als rijke Belg kan ik mijn geweten sussen door rijst, bonen, koekjes, drank, speelgoed en nog veel meer te kopen.

Na een twee en een half uur durende rit op een kronkelbaan (ik kan niet geloven dat ik gisteren zolang doorgeslapen heb zonder iets te merken) slaan we een kleine grindweg in en niet veel later zetten we de tocht te voet verder langs kleine zandweggetjes tussen prikkeldraad, koeien en verdorde struiken die volhangen met plasticzakken en ander afval. In het midden van nergens, tussen mangobomen en verbrande maïsvelden, staat een klein wit adobe-huisje met een golfplaten dak, met ernaast een kleine oven, een klein toilet en verder wat schamele plantjes die worden opgegeten door de kippen. In de deuropening wapperen roze, witte, blauwe slingers en ballonnetjes. Twee vrouwen lopen ons tegemoet en op de arm van haar veertig-jarige oma zit Riccy, mijn plankindje, te pronken met een duidelijk nieuw jurkje. Ze mompelt 'Hola madrina, …' schudt mij de hand en verbergt daarna beschaamd haar hoofd in haar oma's decolleté.

Ik bied uitgebreid mijn excuses aan en stop mijn zelfgemaakt sorry-kaart in hun handen maar de mama lacht mijn excuses weg: 'God heeft het gewild dat je vandaag en niet gisteren kwam.' en daarmee is alles goed gemaakt. Misschien moet ik toch wat meer in God vertrouwen?

Binnen is de tafel gedekt en Riccy's veertienjarige tante kocht uitzonderlijk cola en frisse ijsblokjes. Op de plaats waar ik zit is ter decoratie een paarse glitterprinses uit een surprise-ei gezet. Terwijl het Plan-team en ik de geslachte haan van gisteren smakelijk opeten kijkt de familie van in een hoekje toe. Ik vraag of zij niet willen eten, maar terwijl Riccy hongerig naar mijn bord staart, beweert de familie reeds gegeten te hebben. Eens we terug buiten zitten, een korte rondleiding krijgen, Riccy met haar speelgoed speelt, word ik geobserveerd door nieuwsgierige grootmoeders, buren, tantes, verre vrienden en nichtjes … Riccy's andere tante staat mij stiekem met haar gsm, die geen bereik heeft in hun dorpje, te filmen.

 

Riccy is nog maar drie jaar en bedeesd. Misschien heeft ze het van haar eenentwintigjarige moeder, die enkel iets zegt als ik haar wat vraag. Het is voornamelijk Riccy's oma die het gesprek voert en de broek draagt in huis. Wat Riccy's papa doet is mij niet helemaal duidelijk, maar het heeft met duiken in garnaalvijvers te maken. Een gevaarlijke job, met veel stroming en kleine krokodillen. Als het garnaalseizoen voorbij is zaait en oogst hij maïs. Deze familie heeft niet veel, maar werkt hard. Gesprekken vallen vaak stil omdat we weinig tot bijna niets gemeen hebben en toch hebben deze mensen, met het geen ze hebben, zoveel moeite voor mij gedaan. Om twee uur vertrekken we en op het einde laat Riccy toch toe haar eens vast nemen en geeft ze me een zoen, met een snottebel erbij.

Door de gietende regen vertrouwt Denise mij toe dat dit een geslaagd bezoek was. Ze heeft al pretentieuze, bekakte en respectloze planouders meegemaakt en is trots op mijn goed gedrag. Ik ben nog steeds kwaad op mezelf maar heel tevreden over mijn nieuwe Hondurese familie. Ik kijk al uit naar het volgende bezoek, wanneer ik wel op tijd zal zijn.

 

 

 

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Jacques De Cocker:
    20 mei 2014
    Ai, ai Liesbeth, wat een pech allemaal. Hopelijk ben je terug weer gezond. groetjes
  2. Wailly Eric:
    17 juli 2014
    het allerbelangrijkste heeft u gedaan. Op bezoek gaan bij uw plankind. Wees ervan overtuigd dat dit bezoek haar en het gezin hun leven lang zal bijblijven. U heeft hen een zeer grote eer bewezen door ,ondanks de tegenslagen, toch nog te gaan bezoeken.proficiat en de volgende maal zal uw bezoek hen nog meer verheugen. geschreven door iemand die zijn plankinderen reeds meerdere malen heeft gaan bezoeken in Mali.